Ik herinner het me nog als de dag van gisteren: de eerste keer dat ik een visum ging aanvragen voor Wit-Rusland. De welhaast verstopte ambassade aan de Anna Paulownalaan in Den Haag huist achter een grote deur, waarbij ik na binnenkomst aan het eind van de hal een vrouw in een vrijwel leeg kantoor zie zitten. Vertwijfeld kijk ik naar haar. Ze antwoordt niet, maar wijst naar rechts. Ik moet de trap naar beneden bij de portiek hebben.
Ik daal af en kom in een kleine kelderruimte terecht. Aan de muren hangen kaarten van Wit-Rusland en toeristische vergezichten. Aan de tafel in het midden zit een Aziatische zakenman in net pak. Ik neem plaats aan de andere kant van de tafel. We raken aan de praat. Ik vraag als naïef beginnend politicologiestudentje aan hem wat hij vindt van het regime. Er valt een korte stilte. Dan houdt hij zijn twee handen voor zijn ogen, en vervolgens naast zijn oren. ‘It’s just business’, zegt hij dan met een vriendelijke glimlach.
Dit is precies de manier waarop veel inwoners van Wit-Rusland de afgelopen twee decennia hebben geleefd. Proberen te leven binnen de kaders van de repressie. Toch vraag je je af: hoe kan het dat dit land zo lang onder de knoet van boerenzoon Lukashenko heeft geleefd?
De recente geschiedenis van Wit-Rusland is tragisch. Naast het Sovjetverleden en de dictatuur van de afgelopen 26 jaar is het grootste trauma van de Wit-Russen zonder twijfel de Tweede Wereldoorlog. Het land was een van de zwaarst getroffen gebieden in dit conflict. Het was aan het eind van de oorlog niet ongebruikelijk dat SS-divisies in de dorpen alle bewoners in houten kerken dreven om deze vervolgens in brand te steken. Voor een impressie kun je de film Idi I Smotri van Elem Klimov bekijken, hoewel deze film niet voor mensen met een zwakke maag is. Door deze gruweldaden is de lijfspreuk van de Wit-Russen: ‘zolang er maar geen oorlog is’.
Deze mentaliteit komt ook terug in het volkslied. De eerste regel luidt: My Belarusy, mirnie ludy, oftewel Wij Wit-Russen, vredelievend volk. Deze mentaliteit speelt een grote rol in het leven van de gemiddelde Wit-Rus. Ook speelt het mee dat de inwoners cultureel erg dicht tegen Rusland aan zitten. Wie zowel Minsk als Moskou heeft gezien kan niet ontkennen dat de gelijkenissen treffend zijn. Toch zijn er ook verschillen. Zo zijn Wit-Russen iets ingetogener en hebben minder bravoure dan sommige Russen die trots appelleren aan de tijden van Rusland als imperialistische macht of als Sovjet-rijk.
Het is echter niet evident dat alle Wit-Russen zonder meer bij de EU zullen willen aansluiten. Allereerst zitten ze nog steeds in een douane-unie met Rusland en Kazachstan; de Eurasian Customs Union. Zij zitten nog dichter bij de invloedssfeer van het Kremlin. Daarnaast is er geen diepgewortelde wrok jegens Rusland, zoals in Oekraïne wel bestaat door een aantal historische gebeurtenissen, waaronder de hongersnood in 1922/1923 – Holodomor genaamd – die Oekraïne aan het beleid van Rusland toeschrijft.
De huidige protesten zijn de grootste van de afgelopen 25 jaar, en Lukashenko lijkt flink in het nauw gedreven te zijn. Gaat Wit-Rusland zich nu dan losvechten van deze despoot, en zich bij de vrije Europese landen voegen? Het zal een pijnlijke weg worden, zonder duidelijke stip aan de horizon. Ook binnen Europa zijn er stemmen die roepen om expliciete steun of zelfs interventie om de protesteerders te helpen. Toch is dat ook een risicovolle weg. Rusland zal zo’n actie zonder twijfel aangrijpen om haar geopolitieke belangen te verdedigen, goedschiks of kwaadschiks. Het bewijs hiervoor is reeds geleverd in Georgië, Armenië en Oekraïne. Wat kan de EU dan bieden? Bitter weinig, lijkt het. Tijdens de Maidanrevolutie in Oekraïne werd er kortstondig steun verleend, maar uiteindelijk liet de EU het land aan zijn lot over. Het contrast tussen de pompeuze woorden van Hans van Baalen op het Maidanplein in Oekraïene en de daadwerkelijke steun van de EU mag gerust pijnlijk genoemd worden.
De Wit-Russen zijn zich hier terdege van bewust. En toch strijden zij. Om in ieder geval íets te kiezen te hebben. Vervuld van wonderlijke verbazing kijk ik naar de immense dapperheid van de Wit-Russische bevolking. Met gevaar voor eigen leven (Wit-Rusland heeft officieel nog de doodstraf voor ernstige vergrijpen) stappen zij nu naar voren voor eerlijke verkiezingen en meer democratie. Hoe graag ik het fiere en standvastige volk ook haar vrijheid gun, zal het niet gemakkelijk worden. Ik hoop voor haar inwoners dat er geen oorlog komt.