Sinds vorige week gelden in het Oost-Aziatische sultanaat Brunei draconische sharia-wetten, waaronder de doodstraf door steniging voor homoseksuelen. Die maatregel heeft wereldwijd veel aandacht getrokken, mede doordat acteur George Clooney een inmiddels door vele andere celebrities gedeelde oproep deed een keten van luxehotels te boycotten, die in handen is van de Brunei Investment Agency, een staatsbedrijf waar sultan Hassanal Bolkiah een dikke vinger in de pap heeft. Het opmerkelijke aan deze gebeurtenissen is niet dat Brunei zulke sharia-wetten heeft ingevoerd, maar dat er eindelijk eens een golf(je) van verontwaardiging de wereld rondgaat over de gruwelijke mensenrechtenschendingen in de naam van religie, die sinds de doorbraak van het fundamentalisme in 1979 in de islamitische wereld helaas schering en inslag zijn geworden.

Brunei is namelijk lang niet het eerste land dat de doodstraf voor homoseksualiteit invoert. Die geldt in nog tien andere landen, die alle islamitisch zijn en de maatregel op basis van de sharia legitimeren: Iran, Afghanistan, Pakistan, Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten, Mauritanië, Saudi Arabië, Jemen, Sudan en Somalië. De islamitische noordelijke deelstaten van Nigeria komen daar nog eens bij. Alleen in Iran zijn sinds de Islamitische Revolutie van 1979 volgens een schatting van Amnesty International 5.000 mensen wegens homoseksualiteit geëxecuteerd. In nog eens 21 islamitische landen staat op homoseksualiteit gevangenisstraf, op de Malediven en in de Indonesische provincie Atjeh vergezeld van zweepslagen.

Homoseksuelen zelf weten overigens allang dat je daar bij je vakantieplannen beter rekening mee houdt. De Spartacus International Gay Guide, een bekende wereldwijde reisgids die sinds 1970 wordt uitgegeven, stelt een Gay Travel Index samen en geeft op basis daarvan reisadvies aan homoseksuelen. Geen enkele van de wereldwijd 47 in meerderheid islamitische landen krijgt van Spartacus een positief reisadvies en voor 60 procent van deze landen oordeelt Spartacus dat de situatie voor homoseksuelen er zeer negatief tot levensbedreigend is. Hetzelfde geldt voor slechts 20 procent van de landen met een christelijke meerderheid en 5 procent van de landen waar een andere religie dan de islam of het christendom in de meerderheid is.

Homoseksuelen zijn niet de enigen die onder het zich steeds meer verbreidende sharia-recht lijden. Onder de nieuwe wetgeving in Brunei geldt de doodstraf door steniging ook voor overspel, abortus en het beledigen van de profeet Mohammed. Vrouwenrechten worden in vele islamitische landen in naam van de sharia met voeten getreden. Naast Brunei zijn er nog twaalf andere islamitische landen waar de sharia zowel in het strafrecht als in het civiele recht van kracht is – de al genoemde landen waar de doodstraf voor homoseksuelen van kracht is, plus de Malediven en Irak. In deze landen geldt in strafzaken de getuigenis van een vrouw maar voor de helft van die van een man, wat er onder andere aan bijdraagt dat vrouwen zelfs in geval van verkrachting veroordeeld kunnen worden voor buitenechtelijke seks.

In een duidelijke meerderheid van de islamitische landen is het familierecht deels of geheel op de sharia gebaseerd, wat onder andere betekent dat scheiding voor vrouwen bemoeilijkt wordt maar mannen hun vrouwen eenzijdig kunnen verstoten, dat polygamie is toegestaan, dat vrouwen slechts de helft van het erfdeel van mannelijke familieleden krijgen en dat vrouwen bij scheiding de voogdij over hun kinderen verliezen. Zulke regelingen gelden bijvoorbeeld in Bangladesh, Egypte, Syrië, Indonesië, Oman, Koeweit en Jordanië. Ook is in veel islamitische landen de uithuwelijking van minderjarige meisjes wettelijk toegestaan; soms vanaf de leeftijd van 13 (Iran) of 14 (Brunei) jaar, soms zelfs zonder enige leeftijdsgrens, zoals in Bangladesh en Jemen. De abominabele staat van dienst van de islamitische wereld op het gebied van vrouwenrechten blijkt ook uit internationale indices die door de OESO en het World Economic Forum zijn samengesteld. In beide ranglijsten zijn onder de twintig landen met de grootste sekseongelijkheid vrijwel uitsluitend islamitische landen te vinden, daaronder ook Turkije en Marokko.

Ook de situatie van religieuze minderheden in de islamitische wereld is alarmerend. In de landen waar het sharia-recht in volle omvang geldt, staat veelal ook de doodstraf op geloofsafval en blasfemie. De slachtoffers daarvan zijn vaak leden van religieuze minderheden, die beschuldigingen van blasfemie vaak met de dood moeten bekopen, zoals in Pakistan in de laatste jaren talrijke malen gebeurd is. In sommige landen, zoals Saudi Arabië en de Malediven, zijn andere religies dan de islam simpelweg verboden; in vrijwel alle andere islamitische landen worden niet-moslims systematisch gediscrimineerd. Zo mogen in de meeste islamitische landen niet-moslims geen missiewerk verrichten en is het bekeren van een moslim tot een ander geloof strafbaar. Zulke regelingen gelden ook in landen als Marokko, die als gematigd te boek staan.

De religieuze onderdrukking in islamitische landen beperkt zich overigens niet slechts tot niet-moslims. Moslims die niet tot de meerderheidsstroming binnen een land behoren, hebben het meestal ook zwaar te verduren, zoals sjiieten in Saudi Arabië en Maleisië of de Ahmadiyya in Pakistan. Van de elf landen waar sprake is van zeer ernstige onderdrukking van islamitische minderheden hebben de meeste (zes) een eveneens islamitische meerderheid. Christelijke en andere religieuze minderheden worden in een veel groter aantal landen onderdrukt en in de meeste gevallen gaat het daarbij eveneens om landen met een islamitische meerderheid.

De reden waarom in veel islamitische landen zowel islamitische als niet-islamitische minderheden zo sterk onderdrukt worden, is dat het islamitische fundamentalisme een totalitaire geloofsopvatting is waarvan de aanhangers menen dat zij de enige waarheid in pacht hebben en dat zij daaraan het door God gegeven recht – of zelfs de plicht – kunnen ontlenen hun versie van de waarheid aan anderen op te leggen. Zoals alle aanhangers van totalitaire ideologieën, zijn islamitische fundamentalisten geneigd iedereen die van hun versie van de waarheid afwijkt als vijanden te beschouwen, waarbij de directe concurrentie, in de vorm van andere varianten van islamitisch fundamentalisme, vaak om het hardst bestreden wordt.

Die intolerante geloofsijver heeft er in de afgelopen decennia toe geleid dat er in de islamitische wereld van Mali in West Afrika tot de Filippijnen in het uiterste oosten van Azië bloedige burgeroorlogen woeden, soms tussen moslims en niet-moslims, vaak tussen moslims van verschillende geloofsrichtingen onderling. Zo liggen in Syrië, Irak en Jemen soennitische en sjiitische fundamentalisten met elkaar in de clinch. De verschillende soennitisch-jihadistische strijdgroepen die in Syrië actief zijn, vechten ook tegen elkaar. Sommige van die strijdgroepen worden gesteund door de aan de Moslimbroederschap gelieerde regimes van Turkije en Qatar, andere door de fundamentalistische regimes van Saudi Arabië en de Emiraten, die de Moslimbroederschap juist als hun grootste vijand zien. Hetzelfde patroon zien we in de dezer dagen weer escalerende burgeroorlog in Libië, waarin de regering in Tripoli gesteund wordt door Egypte, Saudi Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, terwijl Turkije en Qatar aan de kant van de opstandige generaal Khalifa Haftar staan.

Al met al zijn islamitische fundamentalisten bij ruim driekwart van de momenteel wereldwijd woedende burgeroorlogen betrokken. In de afgelopen decennia hebben deze conflicten aan miljoenen mensen het leven gekost en werden tientallen miljoenen van huis en haard verdreven. De immigratiegolf waarmee Europa in de afgelopen jaren te maken heeft gekregen, is grotendeels op de door het fundamentalisme veroorzaakte burgeroorlogen in de islamitische wereld terug te voeren.

Het is hoog tijd dat we het islamitische fundamentalisme zien voor wat het is: een totalitaire bedreiging voor de wereldvrede die verantwoordelijk is voor veel van de ernstigste mensenrechtenschendingen in de wereld van vandaag. Het is mooi dat de invoering van de doodstraf voor homoseksuelen in Brunei wereldwijde aandacht heeft gekregen, maar het mag dit keer niet bij voorbijgaande verontwaardiging over de misstanden in een relatief onbelangrijk landje blijven, waarna we weer overgaan tot de orde van de dag.

Er zijn namelijk vele andere landen in de islamitische wereld die net zo erg of nog erger dan Brunei zijn, waar we niet alleen mee te maken krijgen als we ons de superluxe hotels kunnen veroorloven waar George Clooney en de zijnen verkeren. Qatar Airways en Emirates zijn de afgelopen jaren uitgegroeid tot belangrijke spelers op de globale luchtvaartmarkt, maar wie met ze vliegt, ondersteunt daarmee regimes die net als Brunei de doodstraf voor homoseksuelen kennen en bovendien vrouwen, atheïsten en religieuze minderheden systematisch discrimineren.

Wie overweegt in de Golfstaten, op de Malediven of in Maleisië een strandvakantie te boeken, zou er goed aan doen eens te denken aan het onrecht dat achter de façade van wuivende palmen schuilgaat. Voetbalclubs die zich door Qatar en de Emiraten laten sponsoren, zouden zich moeten schamen dat ze zich als uithangbord laten misbruiken door wrede regimes die hun eigen onderdanen onderdrukken, terreurgroepen ondersteunen en burgeroorlogen aanwakkeren. Academici en universiteiten van Harvard tot Leiden zouden bij zichzelf te rade moeten gaan of het wel zo’n fijn idee is om geld aan te nemen om islamleerstoelen te financieren die vernoemd zijn naar de Koning van Saudi Arabië of naar andere sultans en prinsen uit de Golfstaten.

Niet in de laatste plaats wordt het ook hoog tijd dat we de invloed van de fundamentalistische islam onder de moslims in Nederland en Europa aan banden leggen. Saudi Arabië, Qatar, Iran en andere fundamentalistische regimes hebben in de afgelopen decennia miljarden oliedollars besteed aan het verspreiden van het fundamentalistische gedachtegoed onder naar westerse landen geëmigreerde moslims. Dat geld vloeit ook nu nog; door deze landen gefinancierde haatzaaiers preken ook in Nederlandse moskeeën.

De fundamentalistische islam is geen religie, of in elk geval geen vorm van religie die de speciale bescherming van de godsdienstvrijheid verdient. Het is een totalitaire ideologie, die het doden bepleit van mensen op basis van wat ze zijn (bijvoorbeeld homoseksuelen), wat ze geloven (bijvoorbeeld moslims die zich tot een ander geloof bekeren), wat ze zeggen (“godslasteraars”) of van de vrije keuzes die zij maken (bijvoorbeeld seks buiten het huwelijk). Voor een dergelijke ideologie mag in een vrije samenleving geen plaats zijn. Niet iedereen hoeft zaken als homoseksualiteit of seks buiten het huwelijk goed te keuren, maar wie ervoor pleit dat mensen daarvoor de gevangenis in zouden moeten of zelfs de doodstraf verdienen, plaatst zichzelf daarmee buiten de democratische rechtsorde en heeft zijn recht op godsdienstvrijheid verspeeld.

Van Ruud Koopmans’ hand verscheen onlangs het boek “Het vervallen huis van de islam. Over de crisis van de islamitische wereld” (Prometheus). Daarin zijn verdere informatie en bronverwijzingen met betrekking tot de in dit artikel genoemde gegevens te vinden.

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.

Vorig artikelDe terreur van de extremen
Volgend artikelGeef arbeidsdeskundigen ruimte om cliënten als mensen te zien
Ruud Koopmans is onderzoeksdirecteur aan het Berlijnse onderzoekscentrum WZB en hoogleraar sociologie en migratie aan de Humboldt Universiteit. Van zijn hand verscheen onlangs het boek “Het vervallen huis van de islam. Over de crisis van de islamitische wereld” (Prometheus).