We denken inmiddels allemaal neoliberaal, ook al willen we dat niet. Het idee dat succes een keuze is en falen je eigen schuld zit inmiddels tot diep in ons onderbewuste. Je kunt jezelf eindeloos wijsmaken dat het niet nodig is: niet slagen in de maatschappij brengt schaamte voort. Veertig jaar lang ingehamerde neoliberale dogma’s hebben deze reflexen in ons brein geprent.
Je herkent het misschien. Op een feestje spreek je iemand en onvermijdelijk vallen de woorden ‘Wat doe jij eigenlijk?’ Je gesprekspartner begint te hakkelen, friemelt wat aan gezicht of kleding en geeft het door de jobcoach ingefluisterde antwoord: ‘Ik zit even tussen twee banen in.’ Of iets van die strekking. Je gaat even naar het toilet. En zoekt bij terugkomst een nieuwe gesprekspartner.
Als het voor jou al zo ongemakkelijk voelt, hoe moet het dan zijn voor je gesprekspartner? Is het nog leuk om onder de mensen te zijn als je telkens moet vertellen dat je eigenlijk niet meedoet? Als je niet kunt meepraten met de succesverhalen? Ik kan erover meepraten, maar ben eigenlijk nog goed gespaard gebleven. Zeven jaar geleden was ik een half jaar lang kast-WW’er, totdat ik – door een nieuwe baan bevrijd – weer mezelf kon zijn.
Taboe
Geen taboe zo groot als niet-succesvol zijn. Op de netwerkbijeenkomsten van ZZP’ers die ik voor de coronacrisis zo graag bezocht, deed iedereen goede zaken. Niemand die al vijf maanden zonder klanten zat en de bodem van zijn spaarpot zag naderen. Toch bestonden die mensen wel. Waren ze niet op de bijeenkomsten? Of waren ze er wel en logen ze de boel bij elkaar?
Ik begrijp het als ze logen. Want je wordt erop aangekeken als je niet geslaagd bent. De heksenjacht op ‘profiteurs’ in de bijstand is het meest extreme voorbeeld hiervan. Maar ook WW’ers, Wajongers en WIA’ers kunnen rekenen op meewarige blikken als ze zeggen dat ze niet werken. In mijn directe omgeving zijn mensen gedumpt door vrienden omdat ze een uitkering hadden. Ik hoor schrijnende verhalen over hoe armoede de visite reduceerde tot één persoon: de deurwaarder.
Falen is je eigen schuld
Volgens de neoliberale filosofie die al ruim veertig jaar onze politiek en samenleving domineert, is de mens zelf verantwoordelijk voor zijn succes. Ook falen is dus de eigen verantwoordelijkheid. Wie geen baan heeft, heeft dat aan zichzelf te danken. Wie op zijn dertigste nog steeds op zoek is naar een woning en noodgedwongen nog in het ouderlijk huis woont, heeft zelf gefaald.
Zo denken de winnaars over de verliezers, even grof generaliserend. Maar daar blijft het niet bij. De verliezers denken ook zo over zichzelf. Zij die benadeeld worden door het huidige systeem, spreken toch de taal van dat systeem. Zij veroordelen zichzelf om hun vermeende falen.
Ik merk het ook bij mezelf. Soms veroordeel ik mezelf omdat ik ‘maar’ in een sociale huurwoning woon met mijn gezin. De woning voldoet aan onze wensen, maar waarom knaagt het dan toch dat ik niet in een koopwoning zit, tussen bakfietsouders waar ik eigenlijk het liefste grappen over maak? Soms ga ik mijn levensloop na en reconstrueer ik die momenten waarop ik andere keuzes had moeten maken, keuzes die misschien wel tot een andere woonsituatie hadden geleid.
Internalisering
Het is overduidelijk dat de wooncrisis door overheidsbeleid is ontstaan. En dat werkloosheid in de eerste plaats komt door te weinig banen. Dat niemand vraagt om arbeidsongeschiktheid en voor zijn lol of uit luiheid een uitkering heeft. En toch zit dat idee van eigen verantwoordelijkheid er ingebakken. Bij winnaars en verliezers. Waarom?
Internalisering is het antwoord. Dit is een begrip uit de sociale psychologie en de sociologie. Internalisering is het proces van socialisatie waarbij mensen zich normen en regels zo eigen maken, dat ze uiteindelijk niet meer voelen als opgelegd van buitenaf. Ieder mens ondergaat dit proces in zijn sociale ontwikkeling. We vinden het doodnormaal om anderen te bedanken voor een geschenk. Het voelt als aangeboren sociaal gedrag. Maar weet je nog dat je moeder ‘En wat zeg je dan?’ zei als je als kleuter een blokje kaas kreeg van de kaasboer?
‘Uiteindelijk moet je het toch zelf doen’
Zo gaat het ook met maatschappelijke normen. Of die nu religieus, cultureel of politiek-ideologisch zijn. Als je maar vaak genoeg hoort dat werkloosheid of arbeidsongeschiktheid persoonlijk falen is, dat een koophuis het summum is van slagen, dan ga je dat internaliseren, als samenleving en als individu. Je maakt het je eigen en het voelt als iets vanzelfsprekends. Niet-succesvol zijn zorgt dan voor schaamte en ongemak.
Jongeren die ik spreek over de woningnood of over hun flexbaan klagen over hun situatie, maar voegen eraan toe dat ‘je het uiteindelijk toch zelf moet doen’. Natuurlijk is 1500 euro voor een klein appartement belachelijk hoog, maar je kunt ook zelf een baan zoeken waarmee je dat kunt betalen. En wat verwacht je eigenlijk in een populaire stad als deze? Dan is een hoge huur toch normaal?
Het verdwenen alternatief
‘There is no alternative,’ aldus introduceerde Margaret Thatcher het neoliberalisme in Europa. Het was een selffulfilling prophecy die zijn uitwerking niet gemist heeft. Er is geen andere manier van denken meer. Zelfs de zelfverklaarde tegenstanders, zoals ik, worstelen met hun geïnternaliseerde neoliberaal.
Linkse partijen zouden ‘geen verhaal’ meer hebben, zo klonk het ontelbare keren voor en na de verkiezingen. Ik betwijfel dat. Het verhaal van de PvdA was glashelder en ook de SP kwam met het vertrouwde recept. Er is geen gebrek aan een verhaal, er is geen plek meer voor het verhaal. Het neoliberalisme zit na veertig jaar in ons DNA, het zit in de haarvaten van Nederland. Het maakt deel uit van ons waardensysteem zonder dat we het weten en vaak ook zonder dat we het willen.
Bezieling
Ik heb me altijd afgevraagd waarom emancipatiebewegingen pas in de laatste 150 jaar ontstaan zijn. Al sinds de mens bestaat, worden arbeiders uitgebuit en vrouwen gediscrimineerd. Waarom zijn socialisme en feminisme niet veel eerder ontstaan dan in de 19e en 20e eeuw? Misschien weet ik het nu. Ook de arbeiders en vrouwen ondergingen hun lot, omdat zij hun eigen ondergeschiktheid hadden geïnternaliseerd. Eeuwenlang, duizenden jaren. Totdat daar ineens de bezieling was, het besef dat het anders kon.
Exact die bezieling is nu weer nodig. We moeten de leugen van het neoliberalisme niet alleen met ons verstand, maar ook met ons volledige hart ontmaskeren. We moeten ons bevrijden van die verinnerlijkte moraal van succes als eigen keuze. We moeten beseffen dat neoliberalisme ‘maar’ een ideologie is, zoals er zo veel zijn. Een verzameling ideaalbeelden die we net zo goed kunnen vervangen. Beweringen die nooit getoetst zijn op waarheid -waar is het bewijs dat alle succes maakbaar is?- maar die toch heilig en onaantastbaar lijken.
Hoe we die bezieling, die vonk, kunnen afdwingen? Hoe we een echte verandering in het denken over onszelf en de samenleving teweeg kunnen brengen? Ik heb geen idee eigenlijk. Misschien moet de tijd er rijp voor zijn en is dat nu gewoon nog niet zo. De verkiezingsuitslag wijst er in ieder geval niet op.
Tot die tijd wil ik de ‘verliezers’ meegeven: recht je rug, ook al is het nog zo moeilijk. Wees wie je bent, met of zonder werk, met of zonder eigen woonplek. Probeer je zelfstigmatisering los te laten. Kom voor jezelf op, kom tot elkaar en maak een gezamenlijke vuist tegen de leugen die al veertig jaar regeert.