Jerry Afriyie en Jenny Douwes belichamen als tegenpolen de Zwarte Piet-discussie. Deze discussie past in de belangrijkste trend van de afgelopen decennia, het identiteitsdenken. Identiteitsdiscussies verdelen de samenleving en zijn bliksemafleiders van de werkelijke grote problemen van deze tijd: armoede en groeiende ongelijkheid. Daarom deze oproep aan Jenny, Jerry en hun beider achterban: Er zijn belangrijkere zaken die jullie allemaal aangaan. Stop daarom jullie strijd en bundel de krachten tegen de uitwassen van het kapitalisme.
De dood van het oude links
Deze zomer las ik het boek Het is klasse, suffie, niet identiteit van Ewald Engelen, en afgelopen vrijdag stond een interview met hem op deze site. Engelen stipt precies aan wat mij de afgelopen jaren steeds meer opvalt. Het ‘oude’ links lijkt niet meer te bestaan. Het was het links dat stond voor een degelijke verzorgingsstaat, een comfortabele oude dag, goede gezondheidszorg, fatsoenlijke huisvesting en hoogwaardig onderwijs dat toegankelijk was voor iedereen.
Dat links heeft plaatsgemaakt voor een links dat zich druk maakt om heel andere dingen. Genderneutrale toiletten, Zwarte Piet, feminisme, dat zijn de kwesties die nu belangrijk zijn voor zich links noemende mensen. Zij zijn maatschappelijk geslaagd, hoogopgeleid, en hebben sociaal-economisch niets te vrezen. Het nieuwe links kiest voor identiteit.
Het is natuurlijk geen louter linkse hobby, dat identiteitsdenken. Ook rechts kan er wat van, de PVV ontleent er zelfs zijn bestaansrecht aan. Maar anders dan bij links is identiteitsdenken op rechts niet zo sterk gaan domineren over economische vraagstukken.
Armoede is niet sexy
Maak ik op Facebook het evenement ‘Demonstratie tegen Donald Trump’ aan, dan zou ik weleens honderden mensen op de been kunnen krijgen, zo niet duizenden. Stuk voor stuk mensen die aan de wereld willen laten zien dat ze tegen intolerantie, racisme en seksisme zijn.
Erg veel zal het niet helpen. Trump zal niet weten dat de demonstratie er is en al zou hij het weten, dan zou hij de demonstranten hardop uitlachen. Maar dat mag de pret niet drukken. ‘Ik heb tenminste iets gedaan,’ zal de gemiddelde deelnemer zeggen, om daarop zelfvoldaan huiswaarts te keren.
Of ik zoveel mensen op de been zou kunnen krijgen voor een demonstratie tegen de groeiende armoede en ongelijkheid in eigen land, dat betwijfel ik sterk. Sociaal-economische misstanden zijn niet meer heel sexy, lijkt het.
En toch treffen ze zoveel Nederlanders. Ruim 1,1 miljoen Nederlanders leven in armoede, meldt het NRC in juni van dit jaar, zich baserend op cijfers van het CBS. De sociale huursector verschrompelt, woonlasten blijven groeien voor de burger die steeds meer moeite heeft om rond te komen. Lonen stagneren en vaste banen verdwijnen. Een recordaantal Nederlanders meldde zich in 2017 bij de schuldhulpverlening. De marktwerking in de zorg maakt dat ziekenhuizen failliet gaan. We lezen het, schrikken er even van, maar zijn het vijf minuten later weer vergeten.
Zaterdag was er een protest op de Dam, georganiseerd door het CNV en FNV. ‘Duizenden’ waren er aanwezig, volgens de NOS. Ik waardeer het initiatief, maar merkte meteen de eenzijdigheid van het publiek op: grijs en binnen tien jaar met pensioen. Veteranen van het ‘oude’ links.
Het jonge, ‘hippe’ links ontbrak. En het is juist deze jonge generatie die zo sterk door het ontspoorde kapitalisme getroffen wordt. Het zijn deze mensen voor wie de huizenmarkt gesloten is, die geen vaste baan meer kunnen vinden en in pure wanhoop de ene na de andere slecht of helemaal niet betaalde baan of opdracht aannemen. Het zijn ook deze mensen voor wie de grijsaards op de Dam op de bres gingen. Maar helaas: het jonge en moderne links lijkt zich hiervan niet bewust.
Onmacht op links
In de politiek worden ze nog zo af en toe genoemd, die sociaal-economische kwesties. Door Lodewijk Asscher, veilig vanuit de oppositie, waar hij twitterend op de puinhoop schiet die hij zelf mede heeft vormgegeven in het vorige kabinet. Door Jesse Klaver, die kantines afstruint om goodwill te kweken bij die vreemde diersoort, waar zijn achterban heimelijk op neerkijkt: de ‘boze witte man’ die niet hbo- of academisch geschoold is.
Maar als ze zelf aan het roer staan, blijkt hoe machteloos moderne linkse partijen staan tegen economische ongelijkheid. Twintig jaar geleden wierp links zijn ideologische veren af en werd het neoliberalisme omarmd. Nu beheerst marktwerking alles. Geprivatiseerde voormalige staatsbedrijven, ziekenhuizen en wooncorporaties voeren een volledig op winst gerichte agenda uit en zijn daarin vrij.
Sociaal-economisch staan linkse partijen machteloos, dus maken ze het verschil met identiteitskwesties. Het resultaat is veelal symboolpolitiek. Ik gun lhbt’ers in mijn woonplaats Utrecht de erkenning die zij krijgen door het ‘gaybrapad’, een verdienste van GroenLinks. Maar de massale verkoop van sociale huurwoningen door corporaties heeft de partij nog altijd niet kunnen tegenhouden. En vertel eens: wiens eerste levensbehoefte is vervuld met het verwijderen van de ‘I Amsterdam’-letters?
Verdeeldheid door identiteit
Identiteit is hot. De commercie doet er graag aan mee. Genderneutrale rompers in het assortiment, als bedrijf openlijk afstand doen van Zwarte Piet. Alles om de goede naam en dus de klanten te behouden. Bedrijven die met trends meegaan: het is iets van alle tijden. Ik vind het prima, ze doen maar.
Maar wat ik verafschuw, is de verdeeldheid die het identiteitsdenken zaait. Mensen plaatsen zichzelf en de ander in hokjes. Men ziet slechts onderlinge verschillen. De overeenkomsten raken ondergesneeuwd. Vriendschappen gaan kapot, omdat de ander bij het verkeerde kamp hoort. Agree to disagree bestaat niet meer; men verbreekt het contact omdat de ander voor Zwarte Piet is of juist tegen, omdat de ander gelooft in biologisch bepaalde genderverschillen of juist niet. De Brexit, uiteindelijk naast een economisch politieke vooral een identiteitskwestie, veroorzaakte meer dan een politieke chaos. Familiebanden en vriendschappen gingen kapot door de verschillende kampen die ontstonden.
Jenny en Jerry, verenigt u
Er was een tijd dat Hakan de Turkse groenteboer en Bertus de loodgieter gezamenlijk scholen onder de paraplu van Den Uyl. Nu is Hakan naar DENK en stemt Bertus PVV. Hun alledaagse problemen zijn hetzelfde. Torenhoge woonlasten en ziektekosten, verdwijnen van zekerheid door flexibilisering. Maar hun gedeelde problemen binden hen niet. Integendeel, door identiteitsdenken zien zij elkaar nu als de tegenpolen die zij eigenlijk niet zijn.
Daarom deze woorden aan alle Jenny’s en Jerry’s. Begraaf de strijdbijl en bundel jullie krachten. Mobiliseer jullie achterban om de strijd aan te gaan tegen de gezamenlijke vijand: het doorgeslagen kapitalisme dat van ons land een nieuwe klassenmaatschappij heeft gemaakt. Besef dat de overeenkomsten tussen jullie zoveel groter zijn dan de verschillen en hoe hard jullie elkaar nodig hebben.
Moslims, licht– en zwaargetintiërs, feministen en boze witte mannen, verenigt u. Want er is geen echt links tegengewicht tegen Rutte III. Van jullie moet het dus komen. Breng links terug naar de basis. Zet dat identiteitsdenken in de koelkast of nog liever: bij het grof vuil.