Vrij Linkse thema’s

Seculiere samenleving

Ieder mens moet zich vrij kunnen verbinden aan een geloof of overtuiging, of zich veilig ervan kunnen losmaken. Dat kan in een open, seculiere samenleving waarin het kritisch denken van elk individu wordt gevoed en er ruimte is voor twijfel en onderzoek. Een seculiere overheid garandeert deze vrijheid door levensbeschouwelijk neutraal te zijn. 

Wanneer secularisme onder druk staat, staan ook de persoonlijke vrijheden onder druk en kunnen zaken als discriminatie op seksuele voorkeur, ongelijke behandeling van mannen en vrouwen en geloofsdruk een vlucht nemen. Een overheid die religieuze opvattingen voortrekt of benadeelt, ondermijnt gelijkwaardigheid, keuzevrijheid en het recht op zelfbeschikking. Dit raakt iedereen: van de gelovigen tot hun familieleden die in vrijheid en veiligheid andere keuzes moeten kunnen maken.

Uitzonderingsposities en -behandelingen voor religie en religieus gedachtegoed ondermijnen zowel de vrijheid van het individu als het gelijkheidsbeginsel. Secularisme is op zichzelf geen levensovertuiging en betekent dus ook niet ‘atheïstisch’ of ‘anti-religieus’, maar zorgt voor een gelijk speelveld voor alle levensovertuigingen. Secularisme is net als vrijheid van meningsuiting: je staat hiermee ook altijd voor het recht op overtuigingen die je zelf niet deelt.

Een seculiere samenleving staat ook pal voor vrije keuze van kinderen en jongeren om hun eigen pad te vinden, ook als dat botst met de ideeën van hun omgeving. Artikel 23 van de Grondwet (vrijheid van onderwijs) kan leiden tot eenzijdig onderwijs, waardoor kinderen te weinig in aanraking komen met andere visies of wetenschappelijke inzichten. In extreme gevallen kunnen kinderen en jongeren zelfs worden geleerd dat bepaalde aspecten van wie ze zijn of wat ze denken slecht of verwerpelijk zijn.

Ieder kind heeft recht op een vrije en veilige leeromgeving waarin hij of zij (zelf)kritisch leert denken en eigen inzichten kan ontwikkelen. Dat kan met levensbeschouwelijk neutraal onderwijs dat verdraagzaamheid bevordert, en de nadruk legt op grondrechten, gelijkwaardigheid en de werking van onze rechtsstaat. 

In een seculiere samenleving met een levensbeschouwelijk neutrale overheid kan iedereen, ongeacht achtergrond, religie en levensovertuiging, zich thuis voelen en participeren en worden vrijheden en rechten van mensen gegarandeerd.

Vrijheid van meningsuiting

Vrijheid van meningsuiting is cruciaal voor een democratische samenleving. Een vrij en onbelemmerd debat is de drijvende kracht achter maatschappelijke vooruitgang.  Dit betekent dat iedereen de ruimte moet hebben om ideeën te verkennen en te uiten, ook als deze gevoelig liggen of kwetsen. Wat voor de één een belediging is, is voor de ander een nieuw inzicht. Onze samenleving ontwikkelt zich bij het recht voor elk individu om af te wijken en kritisch te zijn.

In een open samenleving worden ideeën in het publieke debat getoetst op hun waarde en waarheid. Geen enkel idee – religieus, politiek of cultureel – staat daarbij boven kritiek. Dogma’s, taboes en totalitair denken moeten altijd kunnen worden uitgedaagd. Want mensen hebben rechten, ideeën niet. Een gezonde rechtsstaat beschermt mensen tegen geweld en discriminatie, maar niet tegen religikritiek, satire of kunst. Vrijheid van meningsuiting betekent ook dat we moeten kunnen omgaan met meningen die ons niet aanstaan.

Onze samenleving heeft belang bij een fundament van universele waarden en een op feiten gebaseerd debat. Daarom moeten we alert zijn op ontwikkelingen die een constructieve dialoog ondermijnen en polarisatie aanwakkeren zoals groepsdenken, desinformatie en ideologische bubbels. 

Slechte ideeën moet je bestrijden met betere ideeën. ‘No debate’ – het buiten het debat plaatsen van bepaalde onderwerpen – staat een open uitwisseling van ideeën in de weg en werkt uiteindelijk averechts. Ook goedbedoelde pogingen om mensen te beschermen tegen kwetsende woorden, staan een vrij en onbelemmerd debat in de weg en dragen bovendien niet bij aan onze weerbaarheid.

Vrijheid van meningsuiting moet weer worden geclaimd als een expliciet links en progressief thema. Vrijheid van meningsuiting is namelijk voor kwetsbaren – iedereen zonder geld, netwerk of invloedrijke positie – de enige manier om voor belangen op te komen en gehoord te worden. Macht en autoriteit moet altijd kunnen worden bekritiseerd; meerstemmigheid en ruimte voor andersdenkenden is essentieel binnen politieke en maatschappelijke instituties. 

Bij vrijheid van meningsuiting hoort dat we geconfronteerd worden met meningen of overtuigingen die botsen met de onze. Maar dat is een kleine prijs voor het leven in een vrije democratie.

Artistieke, journalistieke en academische vrijheid

Artistieke, academische en journalistieke vrijheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Samen vormen ze de ruggengraat van een samenleving waarin gevestigde ideeën kunnen worden uitgedaagd, nieuwe perspectieven kunnen ontstaan en machthebbers ter verantwoording worden geroepen. Deze vrijheden gedijen het best in een maatschappij die gelijke kansen biedt. Het kunstmatig afdwingen van gelijke uitkomsten gaat ten koste van talent en excellentie die juist de motor vormen achter progressie en ontwikkeling.

De kunsten vormen bij uitstek het domein waar nieuwe ideeën ontstaan en de status quo ter discussie wordt gesteld vanuit autonomie, vrije expressie of een kritische houding. Artistieke vrijheid is geen luxe, maar een noodzaak voor een vrije samenleving. Kunstenaars moeten mensen tegen het hoofd mogen stoten.

Helaas staat artistieke vrijheid onder druk. Kunstenaars krijgen niet alleen te maken met bedreigingen van buitenaf, zoals geweld of censuur, maar ook met subtielere inperkingen van artistieke vrijheid, soms zelfs vanuit de eigen sector. Zo kan angst voor verlies van subsidie, positie of sponsoren leiden tot zelfcensuur en kan diversiteitsbeleid leiden tot uitsluiting en discriminatie. Vergeten wordt soms dat kunstwerken per definitie inclusief zijn. 

Een overheid moet niet bepalen wat goede of slechte kunst is, of welke kunst deugt of niet. Het is haar taak om de toegang van iedereen tot kunst te bewaken en pal te staan voor de vrijheid en veiligheid van kunstenaars.

Universiteiten moeten geen safe space bieden maar een brave space zijn: een omgeving waarin studenten en onderzoekers in aanraking komen met uiteenlopende ideeën en niet afgeschermd worden van onwelgevallige denkbeelden. Zodat iedereen in vrijheid alles kan onderzoeken, van gedachten kan wisselen en tot nieuwe inzichten kan komen. 

Centraal staat vrij en onbelemmerd onderzoek, gebaseerd op wetenschappelijke methodes, logica en academische integriteit. In de wetenschap mag geen enkel idee te absurd zijn om te onderzoeken, maar is ook geen enkel idee onaantastbaar voor kritiek. 

In een open wetenschappelijk debat worden hypotheses met argumenten onderbouwd en kan elke claim kritisch worden getoetst aan de werkelijkheid. Deze vrijheid van denken en onderzoek is essentieel voor wetenschappelijke vooruitgang en een kritische, goed geïnformeerde samenleving.

Vrije en onafhankelijke journalistiek is de onmisbare waakhond van de democratie, die machthebbers ter verantwoording roept en burgers voorziet van input die nodig is voor een geïnformeerde participatie in de democratie. Kritische en soms confronterende uitingen, of die nu van een journalist, cartoonist of opiniemaker komen, horen daar bij. 

Vrije nieuwsgaring en spotprenten dragen bij aan transparantie, diversiteit van opvattingen en het vermogen van burgers om hun eigen opvattingen uit te dagen en geïnformeerde keuzes te maken. Journalisten hebben een cruciale rol bij waarheidsvinding en het verantwoordelijk houden van machthebbers; cartoonisten kunnen complexe sociale en politieke kwesties op een unieke manier analyseren en ons een spiegel voorhouden. Dit draagt bij aan een vrij en onbelemmerd debat.

Satire en kritische journalistiek zijn niet alleen een recht, maar ook belangrijke middelen om taboes te doorbreken, hypocrisie bloot te leggen en nieuwe perspectieven te bieden. Journalistieke berichtgeving, opinie, debat en satire moeten kunnen botsen met maatschappelijke, culturele en religieuze gevoeligheden. De samenleving als geheel verliest wanneer afwijkende stemmen het zwijgen wordt opgelegd – ook wanneer dat vanuit goede intenties gebeurt.

Individuele vrijheid

De gelijkwaardigheid van ieder mens en verzet tegen discriminatie en uitsluiting past in een traditie van strijd voor individuele emancipatie ten opzichte van het collectief. Iedereen moet vrij zijn om zelfstandig keuzes te maken en te handelen volgens de eigen wil, overtuigingen en verlangens.

Individuele vrijheid staat onder druk door een tendens om mensen in te delen in groepen op basis van geslacht, geaardheid, afkomst, religie of welke grond dan ook. Dit groepsdenken komt niet alleen voor op conservatieve, rechtse flanken, maar heeft de afgelopen jaren ook bij een deel van links een vlucht genomen. Terwijl: in een wereld met acht miljard mensen bestaan ook acht miljard verschillende identiteiten. Wanneer mensen worden gereduceerd tot een of meer arbitraire kenmerken komen onherroepelijk individuele vrijheid en gelijkwaardigheid in het geding. 

Het rechtsgelijkheidsbeginsel is een van de belangrijkste pijlers van onze rechtsstaat. Dit mag niet wijken voor de vermeende rechten van groepen die op basis van welke ideologie dan ook als slachtoffer of dader worden gezien – of als geprivilegieerd of onderdrukt. Ieder mens verdient het om als individu gezien en behandeld te worden. Het individu is tenslotte de kleinste minderheid. 

Elk mens heeft het recht om het eigen levenspad te kiezen. Vrije partnerkeuze, zeggenschap over het eigen lichaam en de eigen seksualiteit behoren tot de meest intieme, persoonlijke en misschien wel belangrijkste mensenrechten. Deze rechten zijn niet onderhandelbaar en vormen de kern van menselijke waardigheid en vrijheid.

Nog steeds komen zaken als huwelijkse gevangenschap en genitale verminking voor, kan je niet overal openlijk hand in hand lopen met iemand van hetzelfde geslacht, of zonder gevolgen de religie van je ouders verlaten. En opnieuw staan verworven vrijheden over persoonlijke keuzes als abortus en euthanasie onder druk.

Individuele vrijheid is het best gewaarborgd in een democratische samenleving met een betrouwbare overheid, een functionerende rechtsstaat en collectieve voorzieningen. De overheid heeft de cruciale taak om gelijke kansen te creëren en te investeren in een sterke publieke sector met een robuust sociaal vangnet. Daarnaast moet de overheid bescherming bieden tegen pogingen om individuele vrijheden te begrenzen.  

Solidariteit in plaats van identiteitspolitiek

Identiteitspolitiek is uitgegroeid tot een van de meest splijtende kwesties van deze tijd. Het indelen van mensen in groepen werkt verdeeldheid in de hand.  

Identitair rechts gebruikt groepsdenken om mensen tegen elkaar op te zetten,  door te suggereren dat iemands identiteit bepaalt wie hij of zij is en of diegene wel of niet in onze samenleving past. Zo ontstaat een star wij-zij-beeld, waarin bijvoorbeeld migranten worden gezien als onverenigbaar met Nederlandse waarden, zonder naar hun persoonlijke opvattingen en keuzes te kijken.

Door identitair links wordt groepsdenken (of: intersectionaliteit) gebruikt als middel om minderheidsgroepen te emanciperen en de strijd tegen onderdrukking te voeren. Maar ook hier worden mensen vooral gezien als lid van een groep, in plaats van als individu met eigen meningen en een eigen persoonlijkheid, waarbij groepsidentiteit zwaarder weegt dan persoonlijke autonomie. Ook dit reduceert mensen tot oppervlakkige kenmerken en stimuleert een oneigenlijke belangenstrijd tussen vermeende groepen. 

Kritiek op deze vorm van identiteitspolitiek wordt vaak ten onrechte afgedaan als reactionair of racistisch, terwijl deze kritiek in feite voortkomt uit zorgen om verdere polarisatie en om het individu in de knel van groepsdruk. Door identiteit zo belangrijk te maken en mensen in hokjes te stoppen, worden mensen evengoed tegen elkaar uitgespeeld. Daarmee belemmert het solidariteit, en zicht op gemeenschappelijke belangen en breed gedragen oplossingen. 

Denken vanuit identiteit zorgt er bovendien voor dat er in het debat eerder minder stemmen gehoord worden, dan meer.. Enerzijds door slechts bepaalde stemmen als ‘authentiek’ te definiëren, anderzijds door te suggereren dat een stem enkel vanwege een bepaalde identiteit meer of minder zeggingskracht heeft. Dit kan leiden tot het onderdrukken van afwijkende meningen en het presenteren van gemeenschappen als homogeen en vaststaand, terwijl ze in werkelijkheid divers en dynamisch zijn.

Om het denken in identiteiten te doorbreken is het nodig om stemmen te versterken die momenteel vaak buiten het publieke debat worden gehouden omdat ze bijvoorbeeld niet passen in een hokje of omdat grote ideologieën geen belang hebben bij het geluid. ‘Moslim’ of ‘christen’ of ‘atheïst’ zijn, ‘wit’ of ‘zwart’ zijn, ‘homoseksueel’ of ‘heteroseksueel’ zijn, of vrouw of man, betekent niet automatisch dat je een vaststaand pakket aan waarden, overtuigingen en idealen deelt. De diversiteit binnen vermeende groepen is groter dan die tussen groepen. 

Hokjesdenken maakt het moeilijker om vanuit solidariteit discriminerend beleid en economische uitbuiting aan te vechten. Identiteitspolitiek is daarmee een obstakel tegen, en niet een wapen in, de strijd voor gelijke rechten en rechtvaardigheid. Daar waar identiteitspolitiek verdeelt, vindt een benadering van solidariteit collectieve doelen óver de grenzen van identiteit, levensovertuiging, cultuur of natie heen. Simpelweg door universele rechten en gedeelde waarden als fundament te hanteren.